ALMATY (DEEL II):
De vorige email had ik verstuurd vanuit Almaty, Kazachstan, en de resterende 7 dagen dat ik daar verbleef heb ik niet heel veel bijzonders gedaan. Almaty is een vrij westerse stad en het was daarom wel relaxt om er lang te blijven plakken.
De 30ste augustus was er een nationale feestdag in Kazachstan (dag van de Grondwet), ik heb er weinig van gemerkt, behalve de vele muziek op de pleinen. De dag erna ging ik de bergen in, naar Medeu en Shymbulak. Medeu een klein plaatsje dat bekend is vanwege de ijsbaan daar. Het is de grootste en meest belangrijke schaatsbaan in de voormalige Sovjetunie, voornamelijk vanwege de hoogte (zorgt voor snellere tijden). Vanuit Medeu ben ik naar Shymbulak gelopen, een skiresort verder de bergen in. De locatie was wel mooi, het was alleen behoorlijk koud daar.
In Almaty verbleef ik in een studentengebouw bij een universiteit en op een zondag kon ik er niet meer verblijven, omdat de dag erna het nieuwe collegejaar zou beginnen. Het kostte me een hele dag om een andere betaalbare verblijfplaats te vinden, uiteindelijk kwam ik terrecht in een klein hotel op het treinstation. De medewerkers daar waren erg vriendelijk.De overige dagen in Almaty heb ik wat geinternet en ik ben nog een paar keer naar een bar gegaan met een stel Oezbeken. Ik heb ook een keer gedineerd in een retro-Sovjetunie restaurant met grote Lenin en Brezjnev schilderingen op de muur en serveersters die CCCP-tshirts dragen. Dit was het tofste restaurant dat ik tot nu toe gezien heb. Wat mij nog erg op gevallen is in Almaty waren de vele bruiloften die ik gezien heb.
Overal rijden grote trouwerij-limosines rond en in de stadsparken stikt het van de bruiden en bruidegommen.
NAAR KYRGYZSTAN:
Om 8 uur kwam ik bij de grenspost aan en ik werd geholpen door de aardige douaniers (come with me brat...). Deze grens (Karkara is de naam) is heel erg afgelegen en de douaniers zien gemiddeld 10 autos per dag ofzo. De Kirgizische post was zo primitief dat er geen electriciteit aanwezig was en de feitelijke paspoort en visumcontrole was in een caravan....Omdat ik in het donker over de grens an het lopen was en de grenspost ergens in the middle of nowhere gelegen is, werd ik door een Kyrgyzische familie opgepikt met hun UAZ-jeeps en zij brachten mij naar de stad Karakol. De weg van Karkara naar Karakol was behoorlijk slecht en het stuk van minder dan 100km duurde over 3 uur. Uiteindelijk kwamen we rond 11 uur in Karakol aan en ik werd uitgenodigd om bij de familie thuis te verblijven.
KARAKOL EN ALTYN ARASHAN:
De eerste dag volle dag in Kyrgyzstan ging ik met het gezin naar een dorp genaamd Kurmontu om daar met andere familieleden een overleden broer te herdenken. We gingen in een stampvolle Audi (7 personen in de auto) naar het dorp en ik ontmoette hun familieleden. Een kwartier nadat we daar aankwamen werd er een schaap voor ons ritueel geslacht en daarna 'bewerkt'. Later die middag aten we van het schaap. De maaltijden gingen gepaard met gebeden, melkthee en vodka.
De mensen in het dorp zijn ontzettend vriendelijk en de gastvrijheid is magisch. Het mindere aan het bezoek was dat we continu schaapsvlees aten (wat niet echt smaakvol is) en voor Kyrgyzen is het gebruikelijk om het schaapsvet (wat als lekker beschouwd wordt) aan de gast te geven. Dus ik kreeg telkens bonken met schaapsvet voorgeschoteld....
Aan het eind van de dag keerden we terug naar Karakol, waar ik nog 2 dagen langer verbleef. Het stadje ziet er vrij deprimerend uit. Bijna alle straten zijn niet geasfalteerd en er ligt veel afval overal. Verder lopen er allerlei beesten door de stad (honden, geiten, schapen, kippen, etc.) en er rijden nauwelijks auto's. De sfeer is wel vriendelijk en relaxed.
Na een paar dagen rondgekeken te hebben in Karakol ging ik de bergen in, naar een kamp in een vallei genaamd Altyn Arashan. Ik heb het vervoer naar Arashan geregeld via Valentin, een Rus die werkt voor een guesthouse genaamd Yak-Tours. Valentin bracht mij, een Oekrainer en een Koreaanse in zijn jeep over de meest slechte weg die ik in mijn leven gezien heb (met stapels
rotsen overal en sommige stukken onder water) naar de vallei. De alpine vallei is schitterend, Zwitserland in het kwadraat, en de eerste dag ging ik gelijk fanatiek een heuvel beklimmen. De tweede dag in de bergen was regenachtig, met sneeuwval in de hogere stukken, dus die dag heb ik niet veel kunnen doen. De dag erna was het schitterend weer en ik ging samen met de Koreaanse richting het Ala-Kol meer lopen. Voordat we vertrokken vroegen we Valentin of er sneeuw in de vallei naar het meer is en hij zei: 'Snek? Njet, tolko w vysoky gory' (er ligt geen sneeuw, alleen op de toppen). Na een half uur lopen bereikten we de vallei en het was compleet bedekt met minstens 15cm sneeuw.....
We liepen voor 5 uur door de sneeuw totdat we bij de bergpas voor het meer aankwamen. Het was inmiddels 2 uur smiddags en er lag bijna 2 meter sneeuw op de steile pas, dus we besloten terug te keren naar het kamp. Eenmaal teruggekomen voelde ik dat men gezicht geheel verbrand was, dat kwam uiteraard door de felle zon op 3500m hoogte, de sneeuw in de vallei en mijn naieviteit om zonder zonnebril, zonnebrand of pet de bergen in te gaan. Hoe dan ook, deze verbranding was de ergste die ik ooit gehad heb, met blaren onder men mond en een compleet vuurrood gezicht voor 3 dagen.
Eenmaal terug in Karakol verbleef ik nog een nacht bij de familie en de dag erna ging ik per 'mashrusnaya' (minibus) naar de hoofdstad Bishkek. Vanaf de weg naar Bishkek had ik een mooi uitzicht over het Issyk-Kol meer, het grootste meer van Kyrgyzstan.
BISHKEK:
Na de 8 uur durende busrit kwam ik aan in Bishkek, waar ik een rendez-vous met een Australier genaamd Maikel en de Oekrainer Andrey had in het guesthouse. Later die avond vierden we een sabbat met 3 Israeliers.
Bishkek is zoals gezegd de hoofdstad van Kyrgyzstan en de stad heeft veel weg van Almaty. Er is niet echt veel te zien, maar het is een fijne plek om een paar dagen te hangen. Verder heb ik daar men visum verlengd, mijn was gedaan en wat spullen aangeschaft.
Het guesthouse waar ik verbleef wordt gerund door een vrij welvarende architect en zijn nichtje. De broer van de eigenaar woont ook in het huis (eigenlijk een schuurtje in de tuin) en is niet helemaal goed bij zijn hoofd. Hij is alcohol verslaafd en is dag in dag uit aan het 'uitvinden'. Hij heeft zelfs zijn eigen 'alcoholmachine' gemaakt....
Hoe dan ook, het guesthouse is een leuke plek en het ik heb daar veel andere reizigers ontmoet. We hebben een aantal keer gegeten in een goed Italiaans restaurant en we hadden een mini-Oktoberfest in een Beierse tent op de dag dat het Oktoberfest startte. Overigens, op de eerste avond dat we Italiaans aten, liep er een kerel lang het terras van het restaurant en hij spoot pepperspray het terras in. Ineens moest iedereen die buiten zat (inclusief wij) ontzettend hoesten en niezen, het gevoel was heel raar.
Na een dag of 5 in Bishkek ging ik naar het zuiden, naar een stadje genaamd Jalalabad, wat dicht bij de Oezbeekse grens ligt. De rit per gedeelde taxi was prachtig, over hoge bergpassen en door uitgestrekte valleien. Onderweg kwamen we veel herders tegen die met enorme kuddes vee over de belangrijkste weg van het land liepen. Uiteindelijk kwam ik tegen de avond aan in het vrij conservatieve provinciestadje Jalalabad.
JALALABAD EN ARSLANBOB:
De reden dat ik per taxi naar Jalalabad gereisd ben, was niet vanwege Jalalabad, maar vanwege het nabijgelegen bergdorp Arslanbob. In de ochtend nadat ik aankwam in de overwegend Oezbeekse stad, het ik echter wel wat rondgekeken. Ik zag de kleurrijke bazaar en ontmoette de Oezbeekse bevolking. Het gebied rond Jalalabad is onderdeel van de Fergana vallei (ligt grotendeels in Oezbekistan) en het was er erg heet en droog. De regio is bekend vanwege de katoen en de productie van zijde. Er is een duidelijk verschil te zien tussen deze zuidelijke regio en noord-Kyrgyzstan, het noorden is welvarender, Russischer en meer bergachtig. In het zuiden is het Islamitische geloof dieper doorgedrongen en het klimaat is een stuk heter en droger.
Vanuit Jalalabad ging ik naar een klein dorpje genaamd Bazar-Korgan, waar ik moest wisselen van auto voor de rit de bergen in naar Arslanbob. Na een uur of 3 kwam ik aan in Arslanbob en ik heb via CBT (community based tourism) een homestay geregeld bij een Oezbeekse familie. In totaal bleef ik 2 dagen in Arslanbob, gedurende die tijd heb ik een korte wandeling naar een waterval gemaakt en een tocht op een paard van een hele dag naar een andere waterval en het 'walnutforest'. Het dorp is bekend in de regio vanwege de vele walnoten en in september (toen ik er was) is het oogsttijd, dus ik kon het hele dorp in het bos bezig zien de walnoten op de rapen. Arslanbob is voor bijna 100% Oezbeeks en de bewoners zijn vrij conservatieve moslims, wat betekende dat de regels van de Ramadan (die op de 23ste september van start ging) door haast iedereen nageleefd worden. Het berggebied waarin het dorp gelegen is, is prachtig en het maakte Arslanbob tot een van mijn hoogtepunten in Kyrgyzstan. Op de 24ste ging ik samen met een Amerikaan die ik al eerder in Bishkek ontmoette (zijn naam is Jazz) naar de op een na grootste stad van het land: Osh.