Ik zal het verhaal beginnen in Istanbul, vanwaar ik op de trein naar Iran stapte. De spoorlijn die loopt vanuit Istanbul naar Teheran wordt de TransAzieExpress genoemd en het koste me ruim 73 uur om vanuit Turkije in Iran te geraken. In de trein ontmoette ik 4 andere westerlingen, ook op weg naar Iran. 2 Duitsers, Felix en Jakob, en twee Belgen, Gregory en Eva.
Gedurende de treinrit zat ik praktisch de gehele dag in de restaurantwagon van de trein, wat te praten met de Duitsers en met wat Iraniers. De rit was echt schitterend, de trein was vrij lux (en goedkoop) en ik kon heel Turkije vanuit mijn raampje voorbij zien komen (waaronder Kayseri). Na een dag of twee arriveerde de trein bij een meer in Oost Turkije genaamd het Van meer. Aan de westerlijke oever van het meer stapte iedereen de trein uit en stapten we op een boot om het meer over te steken. Aan de oosterlijke oever zou een Iraanse trein op ons wachten en s avonds konden we de trein naar Teheran betreden. In de nacht die volgde passeerden we de Turks-Iraanse grens en vanaf die dag (5 augustus) was ik in Iran. De voorzetting van de treinreis door Iran was schitterend, de trein reed door dramatische berggebieden en over kale droge hoogvlakten. Behalve de uitzichten kon ik in de trein al wat over het land leren, ik heb met
ontzettend veel vriendelijke Iraniers over hun land gepraat en gediscusieerd en ik kon met hun hulp al wat Farsi (taal die in Iran gesproken wordt) leren. Uiteindelijk kwam ik rond middernacht aan in de hoofdstad Teheran en ik ging per taxi naar mijn kleine hotel. O ja, van de
conducteur in de Iraanse trein kreeg elke passagier een kadotje voor het reizen met de Iraanse spoorwegen: een blik tonijn....
De volgende dag had ik men eerste volle dag in Teheran en die dag dwaalde ik voor uren door de stad. Het was ontzettend warm, zon 43 graden, en in de stad was eigenlijk vrij weinig te zien. Teheran is een enorme metropool (ruim 12 miljoen inw.), is zeer druk en vervuild, en vrijwel alle gebouwen zijn lelijke betonnen blokken. Het verkeer in de stad is extreem chaotisch, ik heb geen enkel verkeerslicht gezien dat ook echt werkt, een straat oversteken is suicidaal te noemen en Iraniers rijden autos en motoren als gekken.
Nadat ik voor uren door de stad gelopen had was ik behoorlijk verdwaald, maar ik vond met de hulp van de Iraniers uiteindelijk mijn weg terug naar men hotel. De rest van de dag heb ik in het hotel gehangen, pratende met Iraniers en wat westerlingen. We vertelden verhalen en maakten wat grappen enzo. In de avond liep ik wat door een park, zoekende naar kebab, en ik werd door een aardige Iranier aangesproken en met hem dineerde ik. Zijn naam is Reza en de dag erna wou hij me wat rondleiden door de stad. Dus de tweede dag in Teheran ontmoette ik hem, we ontbeten en vervolgens liepen we samen door de stad. Ik bezocht de voormalige Amerikaanse
ambassade, die is vol geklad met anti-Israel en anit-USA leuzen en beschilderingen. 'We will make America face a severe defeat', 'down with Israel', beschilderingen van het vrijheidsbeeld met een doodshoofd en hezbollah vlaggen zijn daar te zien. Er lagen bij de ingang van de
voormalige ambassade ook vlaggen van de VS en Israel op de grond, zodat als je het gebouw binnen wou gaan je over de vlaggen moest lopen. Toen ik per metro terug ging naar mijn hotel liep ik helemaal naar de voorkant van het het perron, omdat het druk was achterin. Maar toen ik de metro instapte keek ik om mij heen en ik zag alleen maar vrouwen... Allemaal gekleed in chadors (zwarte gewaden die alles bedekken behalve het gezicht en de handen). Het bleek dus dat metrowagons in Iran gescheiden zijn, hetzelfde wordt gedaan in bussen (mannen voorin, vrouwen achterin). In de metro werd ik raar aangekeken, maar niemand zei iets.
Eenmaal terug in het hotel deed ik hetzelfde als de dag ervoor, niet echt veel. Wat met de Iraniers praten, wat cay (thee) drinken en ik heb men was gedaan. Ook ontmoette ik daar een jonge Belg en een Italiaan, waarmee ik in de avond om ging.
De volgende dag ging ik smiddags per bus naar Kashan, een klein woestijnstadje zon 3 uur ten zuiden van de hoofdstad.
Gedurende de treinrit zat ik praktisch de gehele dag in de restaurantwagon van de trein, wat te praten met de Duitsers en met wat Iraniers. De rit was echt schitterend, de trein was vrij lux (en goedkoop) en ik kon heel Turkije vanuit mijn raampje voorbij zien komen (waaronder Kayseri). Na een dag of twee arriveerde de trein bij een meer in Oost Turkije genaamd het Van meer. Aan de westerlijke oever van het meer stapte iedereen de trein uit en stapten we op een boot om het meer over te steken. Aan de oosterlijke oever zou een Iraanse trein op ons wachten en s avonds konden we de trein naar Teheran betreden. In de nacht die volgde passeerden we de Turks-Iraanse grens en vanaf die dag (5 augustus) was ik in Iran. De voorzetting van de treinreis door Iran was schitterend, de trein reed door dramatische berggebieden en over kale droge hoogvlakten. Behalve de uitzichten kon ik in de trein al wat over het land leren, ik heb met
ontzettend veel vriendelijke Iraniers over hun land gepraat en gediscusieerd en ik kon met hun hulp al wat Farsi (taal die in Iran gesproken wordt) leren. Uiteindelijk kwam ik rond middernacht aan in de hoofdstad Teheran en ik ging per taxi naar mijn kleine hotel. O ja, van de
conducteur in de Iraanse trein kreeg elke passagier een kadotje voor het reizen met de Iraanse spoorwegen: een blik tonijn....
De volgende dag had ik men eerste volle dag in Teheran en die dag dwaalde ik voor uren door de stad. Het was ontzettend warm, zon 43 graden, en in de stad was eigenlijk vrij weinig te zien. Teheran is een enorme metropool (ruim 12 miljoen inw.), is zeer druk en vervuild, en vrijwel alle gebouwen zijn lelijke betonnen blokken. Het verkeer in de stad is extreem chaotisch, ik heb geen enkel verkeerslicht gezien dat ook echt werkt, een straat oversteken is suicidaal te noemen en Iraniers rijden autos en motoren als gekken.
Nadat ik voor uren door de stad gelopen had was ik behoorlijk verdwaald, maar ik vond met de hulp van de Iraniers uiteindelijk mijn weg terug naar men hotel. De rest van de dag heb ik in het hotel gehangen, pratende met Iraniers en wat westerlingen. We vertelden verhalen en maakten wat grappen enzo. In de avond liep ik wat door een park, zoekende naar kebab, en ik werd door een aardige Iranier aangesproken en met hem dineerde ik. Zijn naam is Reza en de dag erna wou hij me wat rondleiden door de stad. Dus de tweede dag in Teheran ontmoette ik hem, we ontbeten en vervolgens liepen we samen door de stad. Ik bezocht de voormalige Amerikaanse
ambassade, die is vol geklad met anti-Israel en anit-USA leuzen en beschilderingen. 'We will make America face a severe defeat', 'down with Israel', beschilderingen van het vrijheidsbeeld met een doodshoofd en hezbollah vlaggen zijn daar te zien. Er lagen bij de ingang van de
voormalige ambassade ook vlaggen van de VS en Israel op de grond, zodat als je het gebouw binnen wou gaan je over de vlaggen moest lopen. Toen ik per metro terug ging naar mijn hotel liep ik helemaal naar de voorkant van het het perron, omdat het druk was achterin. Maar toen ik de metro instapte keek ik om mij heen en ik zag alleen maar vrouwen... Allemaal gekleed in chadors (zwarte gewaden die alles bedekken behalve het gezicht en de handen). Het bleek dus dat metrowagons in Iran gescheiden zijn, hetzelfde wordt gedaan in bussen (mannen voorin, vrouwen achterin). In de metro werd ik raar aangekeken, maar niemand zei iets.
Eenmaal terug in het hotel deed ik hetzelfde als de dag ervoor, niet echt veel. Wat met de Iraniers praten, wat cay (thee) drinken en ik heb men was gedaan. Ook ontmoette ik daar een jonge Belg en een Italiaan, waarmee ik in de avond om ging.
De volgende dag ging ik smiddags per bus naar Kashan, een klein woestijnstadje zon 3 uur ten zuiden van de hoofdstad.