Nadat ik de vorige email vanuit Zhongdian verstuurd heb ben ik met de twee Fransen gaan dineren. Later die avond hebben we een mafiafilm in het hotelletje gekeken. Goodfellas was de naam van de film. De volgende ochtend ging ik met de Israelier Eyal naar het busstation. Aldaar kochten we bustickets naar Lijiang, maar omdat de eerste bus pas 's middags om twee uur zou vertrekken, hadden we nog vier uur in Zhongdian. Dus ik ging wat ontbijtten en door het stadje lopen. Ik bezocht wat kloosters en een tibetaanse markt. Na een paar uur ging ik weer terug naar het busstation, waar ik nog een tijdje met een Duitser gepraat heb. Hij ging met dezelfde bus als Eyal en ik naar Lijiang.
De busrit was erg leuk, de wegen waren vrij goed en we reden continu langs de Yangtzirivier (de langste in China). De twee Fransen gingen overigens niet naar Lijiang, zij gingen een gletscher in Deqin beklimmen. In Lijiang aangekomen gingen we opzoek naar een verblijfplaats. Eyal wilde perse in een zogenaamd 'Mama-en-Papa-Hotel' verblijven, alleen dit konden we niet vinden. Uiteindelijk vonden we een klein Naxi-hotelletje. Na gedineerd te hebben raakten we verdwaald in Lijiang, maar uiteindelijk kwamen we weer in het hotel aan. De rest van de avond heb ik wat met de Chinezen in het hotel rondgehangen.
De volgende ochtend ging ik met Steff, de Duitser, naar de Black Dragon Pool Park. Dat is een soort stadspark. De entree was 60 yuan, dat vonden wij teveel, dus we namen een alternatieve route het park in. We beklommen wat muurtjes en doorkruisten wat beekjes en uiteindelijk waren we in het park zonder te betalen! In dat park hebben we in een roeibootje gevaren en verder niet zoveel bijzonders gedaan. De dag erna gingen ik en Steff fietsen naar een dorpje genaamd Baisha. De fietstocht was erg leuk en in Baisha aangekomen kwam er een oud Naxivrouwtje (Naxi is een chinese minderheidsgroep die leven in Lijiang en omgeving) naar ons toe en vroeg of we thee wilden komen drinken bij haar thuis. Dat deden we en na de thee gaven we haar wat yuan. Later fietsten we naar de kliniek van de wereldberoemde Doctor Ho. Doctor Ho is een man van 82 jaar die elke dag van de week mensen onderzoekt en eventueel medicijnen geeft zonder dat je ervoor hoeft te betalen. Doctor Ho heeft mij onderzocht en geconstateerd dat ik gezond was, hij gaf mij wat thee dat mij nog gezonder kon maken. De dag erna gingen Eyal en Steff naar de zogenaamde TigerleapingGorge, een kloof niet ver van Lijiang, zij gingen een tweedaagse trektocht in de kloof maken. Ik bleef in Lijiang en ik liep wat door de oude stad. 'S avonds bezocht ik het zogenaamde Naxi-Orchestra, een traditionele Naximuziekvoorstelling. Er was weinig aan, omdat van de twee uur dat de show duurde het anderhalfuur praten was van de orkestleider. En alles wat hij zei, zei hij in Chinees. Hij ging over elk liedje en elk instrument iets vertellen. De muziek was aardig, alleen dat was maar een half uur. Gisteren was mijn laatste hele dag in Lijiang, ik wilde deze dag nog blijven zodat ik de twee Fransen, de Duitser en Israelier weer kon ontmoeten. Gisteren werd ik door twee chinese meisjes uitgenodigd om bij hen thuis te lunchen. Ze spraken beide redelijk engels. Ik maakte ook kennis met hun oom Dowson, ik moest hem Uncle Dowson noemen. De meisjes heten Annie en Angel (hun engelse namen). Na de lunch wilden we gaan vissen, er kwam alleen weinig van vanwege het weer. Bij de visvijver stond ook een waarschuwingsbordje met daarop de engelse tekst: 'Fall into the water carefully'..... Na het 'vissen' maakte ik kennis met hun vrienden die de hele middag kaarten. Ik kreeg bij de familie thuis een diner en 's avonds ging ik op zoek naar de twee Fransen. Uiteindelijk heb ik hen gevonden en we hebben nog wat gepraat die avond.
Vanuit Lijiang ging ik naar Dali. De busrit door de groene bergen van Yunnan was erg mooi. Tegen de avond kwam ik in Dali aan. Het grootste deel van de avond bleef ik in mijn verblijfplaats, later rond tienen ging ik samen met een Australier het stadje in. We aten wat in een restaurantje en daarna gingen we samen met twee Nederlanders naar de zogenaamde Birdbar. Daar bleven we een tijdje en 's nachts heb ik de film Pulp Fiction (voor de zesde keer) gezien. Wat ik niet wist, was dat Dali de Marihuanahoofdstad van China bleek te zijn. Op straat lopen oude vrouwtjes, in traditionele Bai klederdracht gekleed en zij proberen hun gansha (drugs) te verkopen.
De tweede dag in Dali liep ik wat door het stadje en aldaar kwam ik Eyal (de Israelier) weer tegen. Samen met hem had ik Tai Chi en Kung Fu lessen voor ongeveer 4 uur. Vooral Tai Chi is erg lastig, maar ook erg leuk. Het was ongelofelijk wat de Tai Chi Master allemaal voor trucjes uit kon halen. De derde dag in Dali huurde ik een fiets en fietste ik wat door de omgeving. Ik bezocht een groot meer en ik reed de hele dag door de rijstvelden. Ook heb ik vanaf mijn fiets de Marihuana zien groeien langs de weg. Eenmaal terug in Dali kwam ik Eyal weer tegen, ditmaal voor de laatste keer. Mijn laatste dag in Dali deed ik niet zo veel. Ik probeerde een bergje te beklimmen, maar ik raakte wat verdwaald. Later liep ik wat door het stadje en relaxte ik wat in het hotel. 'S avonds nam ik een bus naar het treinstation en rond half tien vertrok mijn nachttrein naar Kunming.Ik kwam in Kunming aan rond half zeven in de ochtend. Ik was niet van plan in Kunming te blijven, dus ik probeerde direct een trein / vliegtuig / bus ticket te regelen. Zowel de vliegtickets als de treintickets waren uitverkocht, evenals de bustickets naar Guilin, dus ik moest noodgedwongen een bus nemen naar een stadje genaamd Nanning. Die bus vertrok om half een 's middags, dus ik had nog een paar uur in Kunming. Ik liep wat door de moderne chinese stad en vervolgens liep ik weer terug naar het busstation. Ik dacht dat de busreis naar Nanning zo'n acht uur zou duren, maar niets was minder waar. De complete busrit duurde bijna 32 uur!!!! Dat kwam omdat de bus een ontzettende omweg genomen had, vlak langs de grens met Vietnam. Verder stopte de bus continu, omdat de chauffeur meer mensen in zijn bus wilden hebben, ze probeerden dus om onderweg nog bustickets te verkopen. En tot overmaat van ramp kregen we een politiecontrole om kwart voor vier, midden in de nacht!! De agenten wilden alle identiteitsbewijzen controleren en verder doorzochten ze wat tassen. Uit de tas van een vent kwam een levende schildpad kruipen!! Het hele politiegezeur duurde ongeveer driekwartier.
De volgende dag kwam de vreselijke bus rond vier uur 's middags eindelijk in Nanning aan. Vanaf het busstation nam ik direct een stadsbus naar een ander busstation, om vervolgens direct op de bus naar Guilin te stappen. Ik was alles behalve van plan langer dan een uur in Nanning te verblijven. De busrit naar Guilin was vrij comfortabel en duurde een uur of vier. Gisteravond rond tien uur kwam ik dus in Guilin aan. Ik spendeerde de nacht in Guilin, omdat er gisteravond geen bussen meer naar Yangshuo waren. Deze morgen was het eerste wat ik deed op de bus naar Yangshuo stappen, een paar uur geleden kwam ik hier aan. Ik verblijf in een leuk hotelletje genaamd het Bamboo Guesthouse. De komende dagen blijf ik in Yangshuo en zal ik wat door de mooie omgeving fietsten.
Toen ik de vorige email verstuurde was ik net in Yangshuo aangekomen. Ik was die dag nog steeds zeer vermoeid na de lange busreizen naar Guilin en Yangshuo, dus de eerste dag in Yangshuo deed ik weinig. Ik speelde een of ander Sloveens kaartspel met twee Britten en later ging ik wat eten met twee francaises en een zwitser.
De tweede dag in Yangshuo heb ik bijna de hele dag gefietst. Ik fietste 's middags door het karstgebergte rondom Yangshuo. De omgeving is erg mooi, ik fietste langs een riviertje met aan weerszijden de bizarre bergen en de rijstvelden. Het leven in de dorpjes daar gaat heel langzaam en het is fascinerend om mensen daar bezig te zien. Op een keer raakte ik verdwaald en kwam ik midden in een rijstveld uit. Uiteindelijk vond ik mijn weg weer, maar deze weg bleek de rivier in te gaan. Ik moest dus door de rivier lopen, naar de overkant. Later op de dag fietste ik een andere richting op, waar ik weer verdwaalde. De rest van de avond spendeerde ik in het Bamboo Inn. De volgende dag maakte ik een boottochtje over de rivier Li. Ik zat samen met vier chinese toeristen en een kapitein in het bootje. De tocht was erg leuk en duurde een uur. 's Avonds bleef ik weer in de Bamboo Inn, waar ik de hele avond met de meisjes van het hotel gepraat heb.
De laatste dag in Yangshuo heb ik kookles genomen. Ik werd vroeg opgehaald om de voedselmarkt te zien. Later werd ik in een busje naar de kookschool gebracht. Ik heb geleerd om vijf chinese gerechten te bereiden in de wok. Als lunch at ik deze. 's Middags kocht ik wat souvenirs en dronk ik wat op een terrasje. Na het avondeten werd ik opgehaald om het aalscholvervissen te zien. De visser heeft een aantal aalscholver, hij laat deze aalscholvers de rivier in duiken om vis te vangen. De aalscholvers kunnen de vissen niet doorslikken, omdat zij een touwtje om hun nek hebben. Zodra de aalscholver een vis gevangen heeft, dan wordt de vogel door de visser binnengehaald op de boot en dan haalt de visser de vis uit de bek van de vogel. Het was wel leuk om eens gezien te hebben, al was het erg toeristisch. Aan beide kanten van de vissersboot was namelijk een toeristenboot.
Na het aalscholvervissen stapte ik in de sleeperbus naar Shenzhen, een chinese stad die grenst aan Hong Kong. De volgende ochtend kwam ik in Shenzhen aan en ging ik door de douane naar Hong Kong. Ik ben nu dus officieel niet meer in China. Vanuit de grenspost stapte ik op een trein naar Kowloon, in het centrum van de stad. Ik verblijf in een vrij goedkoop guesthouse, dat door een stel Indiers gerund wordt. De wijk waarin ik verblijf, Tsim Sha Tsui, is de Indische wijk van de stad, het krioelt er van de Indiers. 's Middags maakte ik een korte wandeling en ben ik bij een kapper geweest. 's Avonds ging ik naar de zogenaamde Night Market en kocht ik wat kleding. Vandaag is dus mijn tweede en laatste dag in Hong Kong. Ik ben deze ochtend met de metro naar Hong Kong Island gegaan en ik heb de Victoria Peak, de hoogste berg in Hong Kong, beklommen met een tram. Ik zit nu in een koffietent te internetten op die Peak. Het uitzicht is fantastisch!
Hoe dan ook, de rest van de dag zal ik nog wat door Hong Kong Island lopen en mijn spullen inpakken voor de vlucht van morgen. Ik vind Hong Kong niet echt leuk, de stad is wel mooi, maar er zijn te veel regels hier. Compleet anders dan China. In China kun je min of meer doen wat je wilt, maar hier krijg je een boete van 1500 Hong Kong Dollar (ongeveer 150 euro) als je betrapt wordt op het gooien van afval op de grond of spugen. Hong Kong is nog vrij Brits, men rijdt hier links en je kunt hier ook de dubbeldekkerbussen zien. Straatnamen zijn brits, zoals Bristol Avenue of Chatham Road. Wat de stad wel speciaal maakt zijn alle wolkenkrabbers, er zijn hier practisch alleen maar wolkenkrabbers en flats. Je kunt soms de top niet eens zien als je omhoog kijkt. Het hoogste gebouw is dat van de Bank of China.
Eigenlijk vind ik het erg jammer om weer terug te gaan, ik zou hier nog wel een half jaar kunnen blijven. Maar terugkijkend op mijn reis, ben ik tevreden en zeer blij dat ik naar China geweest ben, ik heb hier heel erg veel geleerd en China is echt fantastisch. Het land is vrij gemakkelijk te bereizen, ik heb eigenlijk geen problemen gehad en mensen zijn heel vriendelijk. De emails die ik gestuurd heb geven overigens maar een beperkt beeld van het land en alles wat ik hier gedaan heb, hetzelfde geldt voor de foto's die ik maakte. Yangshuo vond ik de leukste plaats die ik bezocht heb, Xian vond ik de leukste stad en ik heb mij ook heel erg vermaakt in Litang, Lijiang en Dali. Het leuke aan alleen reizen is, dat het gemakkelijk is om nieuwe mensen te ontmoeten, ik heb veel contacten overgehouden aan deze reis, zowel met chinezen als westerlingen.
Zonder twijfel kom ik nog eens terug in China, want ik heb nog lang niet alles gezien hier. Ik ga nu nog wat door Hong Kong lopen, morgenavond om 22.30 uur zal mijn Lufthansa-vliegtuig vanuit Chek Lap Kok (Hong Kong Airport) op Schiphol landen. De dag erna begint mijn introductie op de universiteit. Laatste groeten vanuit Hong Kong, Mart.
De busrit was erg leuk, de wegen waren vrij goed en we reden continu langs de Yangtzirivier (de langste in China). De twee Fransen gingen overigens niet naar Lijiang, zij gingen een gletscher in Deqin beklimmen. In Lijiang aangekomen gingen we opzoek naar een verblijfplaats. Eyal wilde perse in een zogenaamd 'Mama-en-Papa-Hotel' verblijven, alleen dit konden we niet vinden. Uiteindelijk vonden we een klein Naxi-hotelletje. Na gedineerd te hebben raakten we verdwaald in Lijiang, maar uiteindelijk kwamen we weer in het hotel aan. De rest van de avond heb ik wat met de Chinezen in het hotel rondgehangen.
De volgende ochtend ging ik met Steff, de Duitser, naar de Black Dragon Pool Park. Dat is een soort stadspark. De entree was 60 yuan, dat vonden wij teveel, dus we namen een alternatieve route het park in. We beklommen wat muurtjes en doorkruisten wat beekjes en uiteindelijk waren we in het park zonder te betalen! In dat park hebben we in een roeibootje gevaren en verder niet zoveel bijzonders gedaan. De dag erna gingen ik en Steff fietsen naar een dorpje genaamd Baisha. De fietstocht was erg leuk en in Baisha aangekomen kwam er een oud Naxivrouwtje (Naxi is een chinese minderheidsgroep die leven in Lijiang en omgeving) naar ons toe en vroeg of we thee wilden komen drinken bij haar thuis. Dat deden we en na de thee gaven we haar wat yuan. Later fietsten we naar de kliniek van de wereldberoemde Doctor Ho. Doctor Ho is een man van 82 jaar die elke dag van de week mensen onderzoekt en eventueel medicijnen geeft zonder dat je ervoor hoeft te betalen. Doctor Ho heeft mij onderzocht en geconstateerd dat ik gezond was, hij gaf mij wat thee dat mij nog gezonder kon maken. De dag erna gingen Eyal en Steff naar de zogenaamde TigerleapingGorge, een kloof niet ver van Lijiang, zij gingen een tweedaagse trektocht in de kloof maken. Ik bleef in Lijiang en ik liep wat door de oude stad. 'S avonds bezocht ik het zogenaamde Naxi-Orchestra, een traditionele Naximuziekvoorstelling. Er was weinig aan, omdat van de twee uur dat de show duurde het anderhalfuur praten was van de orkestleider. En alles wat hij zei, zei hij in Chinees. Hij ging over elk liedje en elk instrument iets vertellen. De muziek was aardig, alleen dat was maar een half uur. Gisteren was mijn laatste hele dag in Lijiang, ik wilde deze dag nog blijven zodat ik de twee Fransen, de Duitser en Israelier weer kon ontmoeten. Gisteren werd ik door twee chinese meisjes uitgenodigd om bij hen thuis te lunchen. Ze spraken beide redelijk engels. Ik maakte ook kennis met hun oom Dowson, ik moest hem Uncle Dowson noemen. De meisjes heten Annie en Angel (hun engelse namen). Na de lunch wilden we gaan vissen, er kwam alleen weinig van vanwege het weer. Bij de visvijver stond ook een waarschuwingsbordje met daarop de engelse tekst: 'Fall into the water carefully'..... Na het 'vissen' maakte ik kennis met hun vrienden die de hele middag kaarten. Ik kreeg bij de familie thuis een diner en 's avonds ging ik op zoek naar de twee Fransen. Uiteindelijk heb ik hen gevonden en we hebben nog wat gepraat die avond.
Vanuit Lijiang ging ik naar Dali. De busrit door de groene bergen van Yunnan was erg mooi. Tegen de avond kwam ik in Dali aan. Het grootste deel van de avond bleef ik in mijn verblijfplaats, later rond tienen ging ik samen met een Australier het stadje in. We aten wat in een restaurantje en daarna gingen we samen met twee Nederlanders naar de zogenaamde Birdbar. Daar bleven we een tijdje en 's nachts heb ik de film Pulp Fiction (voor de zesde keer) gezien. Wat ik niet wist, was dat Dali de Marihuanahoofdstad van China bleek te zijn. Op straat lopen oude vrouwtjes, in traditionele Bai klederdracht gekleed en zij proberen hun gansha (drugs) te verkopen.
De tweede dag in Dali liep ik wat door het stadje en aldaar kwam ik Eyal (de Israelier) weer tegen. Samen met hem had ik Tai Chi en Kung Fu lessen voor ongeveer 4 uur. Vooral Tai Chi is erg lastig, maar ook erg leuk. Het was ongelofelijk wat de Tai Chi Master allemaal voor trucjes uit kon halen. De derde dag in Dali huurde ik een fiets en fietste ik wat door de omgeving. Ik bezocht een groot meer en ik reed de hele dag door de rijstvelden. Ook heb ik vanaf mijn fiets de Marihuana zien groeien langs de weg. Eenmaal terug in Dali kwam ik Eyal weer tegen, ditmaal voor de laatste keer. Mijn laatste dag in Dali deed ik niet zo veel. Ik probeerde een bergje te beklimmen, maar ik raakte wat verdwaald. Later liep ik wat door het stadje en relaxte ik wat in het hotel. 'S avonds nam ik een bus naar het treinstation en rond half tien vertrok mijn nachttrein naar Kunming.Ik kwam in Kunming aan rond half zeven in de ochtend. Ik was niet van plan in Kunming te blijven, dus ik probeerde direct een trein / vliegtuig / bus ticket te regelen. Zowel de vliegtickets als de treintickets waren uitverkocht, evenals de bustickets naar Guilin, dus ik moest noodgedwongen een bus nemen naar een stadje genaamd Nanning. Die bus vertrok om half een 's middags, dus ik had nog een paar uur in Kunming. Ik liep wat door de moderne chinese stad en vervolgens liep ik weer terug naar het busstation. Ik dacht dat de busreis naar Nanning zo'n acht uur zou duren, maar niets was minder waar. De complete busrit duurde bijna 32 uur!!!! Dat kwam omdat de bus een ontzettende omweg genomen had, vlak langs de grens met Vietnam. Verder stopte de bus continu, omdat de chauffeur meer mensen in zijn bus wilden hebben, ze probeerden dus om onderweg nog bustickets te verkopen. En tot overmaat van ramp kregen we een politiecontrole om kwart voor vier, midden in de nacht!! De agenten wilden alle identiteitsbewijzen controleren en verder doorzochten ze wat tassen. Uit de tas van een vent kwam een levende schildpad kruipen!! Het hele politiegezeur duurde ongeveer driekwartier.
De volgende dag kwam de vreselijke bus rond vier uur 's middags eindelijk in Nanning aan. Vanaf het busstation nam ik direct een stadsbus naar een ander busstation, om vervolgens direct op de bus naar Guilin te stappen. Ik was alles behalve van plan langer dan een uur in Nanning te verblijven. De busrit naar Guilin was vrij comfortabel en duurde een uur of vier. Gisteravond rond tien uur kwam ik dus in Guilin aan. Ik spendeerde de nacht in Guilin, omdat er gisteravond geen bussen meer naar Yangshuo waren. Deze morgen was het eerste wat ik deed op de bus naar Yangshuo stappen, een paar uur geleden kwam ik hier aan. Ik verblijf in een leuk hotelletje genaamd het Bamboo Guesthouse. De komende dagen blijf ik in Yangshuo en zal ik wat door de mooie omgeving fietsten.
Toen ik de vorige email verstuurde was ik net in Yangshuo aangekomen. Ik was die dag nog steeds zeer vermoeid na de lange busreizen naar Guilin en Yangshuo, dus de eerste dag in Yangshuo deed ik weinig. Ik speelde een of ander Sloveens kaartspel met twee Britten en later ging ik wat eten met twee francaises en een zwitser.
De tweede dag in Yangshuo heb ik bijna de hele dag gefietst. Ik fietste 's middags door het karstgebergte rondom Yangshuo. De omgeving is erg mooi, ik fietste langs een riviertje met aan weerszijden de bizarre bergen en de rijstvelden. Het leven in de dorpjes daar gaat heel langzaam en het is fascinerend om mensen daar bezig te zien. Op een keer raakte ik verdwaald en kwam ik midden in een rijstveld uit. Uiteindelijk vond ik mijn weg weer, maar deze weg bleek de rivier in te gaan. Ik moest dus door de rivier lopen, naar de overkant. Later op de dag fietste ik een andere richting op, waar ik weer verdwaalde. De rest van de avond spendeerde ik in het Bamboo Inn. De volgende dag maakte ik een boottochtje over de rivier Li. Ik zat samen met vier chinese toeristen en een kapitein in het bootje. De tocht was erg leuk en duurde een uur. 's Avonds bleef ik weer in de Bamboo Inn, waar ik de hele avond met de meisjes van het hotel gepraat heb.
De laatste dag in Yangshuo heb ik kookles genomen. Ik werd vroeg opgehaald om de voedselmarkt te zien. Later werd ik in een busje naar de kookschool gebracht. Ik heb geleerd om vijf chinese gerechten te bereiden in de wok. Als lunch at ik deze. 's Middags kocht ik wat souvenirs en dronk ik wat op een terrasje. Na het avondeten werd ik opgehaald om het aalscholvervissen te zien. De visser heeft een aantal aalscholver, hij laat deze aalscholvers de rivier in duiken om vis te vangen. De aalscholvers kunnen de vissen niet doorslikken, omdat zij een touwtje om hun nek hebben. Zodra de aalscholver een vis gevangen heeft, dan wordt de vogel door de visser binnengehaald op de boot en dan haalt de visser de vis uit de bek van de vogel. Het was wel leuk om eens gezien te hebben, al was het erg toeristisch. Aan beide kanten van de vissersboot was namelijk een toeristenboot.
Na het aalscholvervissen stapte ik in de sleeperbus naar Shenzhen, een chinese stad die grenst aan Hong Kong. De volgende ochtend kwam ik in Shenzhen aan en ging ik door de douane naar Hong Kong. Ik ben nu dus officieel niet meer in China. Vanuit de grenspost stapte ik op een trein naar Kowloon, in het centrum van de stad. Ik verblijf in een vrij goedkoop guesthouse, dat door een stel Indiers gerund wordt. De wijk waarin ik verblijf, Tsim Sha Tsui, is de Indische wijk van de stad, het krioelt er van de Indiers. 's Middags maakte ik een korte wandeling en ben ik bij een kapper geweest. 's Avonds ging ik naar de zogenaamde Night Market en kocht ik wat kleding. Vandaag is dus mijn tweede en laatste dag in Hong Kong. Ik ben deze ochtend met de metro naar Hong Kong Island gegaan en ik heb de Victoria Peak, de hoogste berg in Hong Kong, beklommen met een tram. Ik zit nu in een koffietent te internetten op die Peak. Het uitzicht is fantastisch!
Hoe dan ook, de rest van de dag zal ik nog wat door Hong Kong Island lopen en mijn spullen inpakken voor de vlucht van morgen. Ik vind Hong Kong niet echt leuk, de stad is wel mooi, maar er zijn te veel regels hier. Compleet anders dan China. In China kun je min of meer doen wat je wilt, maar hier krijg je een boete van 1500 Hong Kong Dollar (ongeveer 150 euro) als je betrapt wordt op het gooien van afval op de grond of spugen. Hong Kong is nog vrij Brits, men rijdt hier links en je kunt hier ook de dubbeldekkerbussen zien. Straatnamen zijn brits, zoals Bristol Avenue of Chatham Road. Wat de stad wel speciaal maakt zijn alle wolkenkrabbers, er zijn hier practisch alleen maar wolkenkrabbers en flats. Je kunt soms de top niet eens zien als je omhoog kijkt. Het hoogste gebouw is dat van de Bank of China.
Eigenlijk vind ik het erg jammer om weer terug te gaan, ik zou hier nog wel een half jaar kunnen blijven. Maar terugkijkend op mijn reis, ben ik tevreden en zeer blij dat ik naar China geweest ben, ik heb hier heel erg veel geleerd en China is echt fantastisch. Het land is vrij gemakkelijk te bereizen, ik heb eigenlijk geen problemen gehad en mensen zijn heel vriendelijk. De emails die ik gestuurd heb geven overigens maar een beperkt beeld van het land en alles wat ik hier gedaan heb, hetzelfde geldt voor de foto's die ik maakte. Yangshuo vond ik de leukste plaats die ik bezocht heb, Xian vond ik de leukste stad en ik heb mij ook heel erg vermaakt in Litang, Lijiang en Dali. Het leuke aan alleen reizen is, dat het gemakkelijk is om nieuwe mensen te ontmoeten, ik heb veel contacten overgehouden aan deze reis, zowel met chinezen als westerlingen.
Zonder twijfel kom ik nog eens terug in China, want ik heb nog lang niet alles gezien hier. Ik ga nu nog wat door Hong Kong lopen, morgenavond om 22.30 uur zal mijn Lufthansa-vliegtuig vanuit Chek Lap Kok (Hong Kong Airport) op Schiphol landen. De dag erna begint mijn introductie op de universiteit. Laatste groeten vanuit Hong Kong, Mart.