GUIZHOU:
Zoals gezegd eindigde ik de vorige email in Chongqing, ik nam vanuit daar een bus naar de stad Guiyang, gelegen in de provincie Guizhou. Na een busrit van ruim 8 uur kwam ik aan in Guiyang, waar ik direct een busticket kocht naar Kaili, waar ik zo'n drie uur later arriveerde. In Kaili aangekomen ging ik op zoek naar een goedkoop hotel, wat ik na een minuut of tien gevonden had. Kaili is een redelijk grote plaats in het Zuidoosten van de provincie. De regio wordt vooral bewoond door kleurrijke minderheidsvolken, de Miao, de Gaija en de Dong, en dat is in de straten van Kaili ook goed te merken. Het is een vrij relaxte plaats en ik besloot om er de volgende dag te blijven. Die dag heb ik niet veel gedaan, ik ben wat door het stadje wezen dwalen en 's avonds heb ik met een Chinese gast whiskey gedronken in een foute disco (veel prostituees). De dag erna besloot ik naar een Miao-dorp te gaan genaamd Chong'an. Ik vertrok vanuit Kaili rond 12 uur 's middags en toen ik tegen half vier in Chong'an aangekomen was vond ik een klein guesthouse. Ik was de enige gast daar, maar de oude Chinese eigenares was erg vriendelijk en gaf mij wat tips voor wandeltochten in de omgeving. In de namiddag liep ik wat rond in het dorp wat gelegen is aan een schone rivier, omgeven door groene heuvels. De huizen in het dorp zijn in traditioneel Chinese stijl en de omgeving is schitterend. De straten zijn erg modderig en overal lopen beesten, de inwoners zijn vriendelijk maar ook vrij gereserveerd.
De volgende ochtend maakte ik de wandeltocht naar het Gaija-dorp Xin Zhal, wat de vrouw in het guesthouse mij aanbevolen had. De tocht was over een modderig pad de heuvels in. Langs rijstterrassen en dichtbegroeide, groene heuvels met houten huisjes verstopt in de begroeiing. Ik zag de Gaija mensen in de rijstvelden en met hun buffels aan het werk en ik werd een aantal keer opgehouden omdat er buffels over het pad liepen. Na een uur gelopen te hebben kwam ik een groep Gaija mannen tegen, ook opweg naar Xin Zhal, en met hen liep ik verder naar het dorp. Daar aangekomen werd ik door deze mensen uitgenodigd voor lunch en ze begonnen direct met het inschenken van baijo (zeer sterke Chinese drank). Omdat ik ook nog naar beneden moest lopen over de slibberige modderpaden en dat graag in nuchtere staat wou doen, bleef ik niet heel lang bij de dorpelingen en maakte mijn weg naar beneden. Eenmaal terug in Chong'an ging ik per bus terug naar Kaili, waar ik tegen de avond aankwam. Terug in het hotel ontmoette ik een Zwitserse vrouw, de eerste westerling die ik sinds Xiahe gezien heb en de rest van de avond heb ik met haar gepraat. Zij had net als ik al weken geen westerling gezien, dus het was fijn om na al die tijd eens met iemand te kunnen communiceren.
De volgende dag ging zij naar een dorp ergens ten zuiden van Kaili, ik ging per bus naar de stad Guiyang. Die dag was het overigens de 31ste oktober (mijn verjaardag), maar ik heb het niet echt gevierd, ik heb die dag drie uur in de bus gezeten en sliep die avond daarom redelijk vroeg. De volgende dag had ik een ticket voor de nachttrein naar Kunming gekocht en totdat mijn trein vertrok heb ik door de Chinese miljoenenstad gelopen. Hoewel de Chinesen Guiyang een provinciestadje noemen, is het een enorme stad met ruim 2 miljoen inwoners. Guiyang is echter niet veel anders dan andere Chinese steden en net zoals in andere Chinese steden is er niet veel bijzonders te zien.
Die avond vertrok ik dus per nachttrein naar Kunming, de hoofdstad van Yunnan. Aangekomen in Kunming kocht ik een ticket voor de nachtbus naar Lijiang en ik moest toen nog een half etmaal op mijn bus wachten. Ik besloot naar een hostel te gaan waarvan ik eerder een folder gevonden had en daar heb ik met wat andere westerlingen gepraat en koffie gedronken. Later die middag ging ik met een Britse naar een boekwinkel, waar ik een reisgids voor Cambodja gekocht heb. Tegen achten nam ik een taxi naar het busstation voor de nachtbus naar Lijiang.
LIJIANG:
De volgende ochtend kwam ik vroeg aan in Lijiang en even later vond ik een Youthhostel in het oude stadscentrum. Vorig jaar was ik ook in Lijiang geweest, en ik heb contact gehouden met een groep Chinese schoolmeisjes die Engels studeren, het meisje dat ik van vorig jaar kende heet Brooke (Engelse naam, haar Chinese naam ben ik vergeten). Die middag had ik haar opgebeld en even later ontmoette ik hen in de binnenstad. Ze lieten mij hun school zien, een vrij groot complex met saaie witte gebouwen, sportvelden en accomodatie voor de studenten. Later lunchten we in een stadspark en liepen we wat door Lijiang.
Lijiang is heel erg toeristisch, met vooral veel Chinese tourgroepen. De reden dat het stadje zo toeristisch is, is vanwege de historische gebouwen en de smalle steegjes die de gebouwen van elkaar scheiden. Het is origineel een Naxi-stadje, de Naxi is een minderheidsvolk met eigen kleurrijke klederdracht. Hoewel het zo ontzettend toeristisch is, en soms voelt als een Chinese kermis, is Lijiang een fijne plek om een aantal dagen te blijven.
De tweede dag dat ik in Lijiang was, was het de verjaardag van Brooke. Ik werd uitgenodigd om met haar en wat vriendinnen naar een toeristisch Naxidorp te gaan om daar wat rondtehangen en te lunchen. Het dorp is net als Lijiang overstroomt met Chinese toeristen, maar ondanks dat was het een fijne middag. 'S middags heb ik zelf wat door Lijiang gelopen en geinternet, 's avonds was het verjaardagsfeestje. Ik werd uitgenodigd om naar de bar van Brooke's oom te komen, waar ik een enorme groep Chinese tieners aan een grote tafel aantrof. We vierden de verjaardag met taart, snacks en Dali-beer. Het was erg leuk om met al deze Chinesen te praten en na die avond kende ik bijna al Brookes klasgenoten.
De volgende dag heb ik niet veel gedaan, ik heb wat gerelaxed in het guesthouse en mijn kleding gewassen. 'S avonds heb ik met een Chinees/Canedese jongen gegeten en later dronken we wat.
De dag erna heb ik wat gelezen in het hostel en wat gehangen met Cherry, een Chinese toerist uit Guiyang, en een groep Jappanners. Die avond ben ik terug naar de school gegaan voor een avondklas. Ik heb de studenten daar geholpen met hun Engels en tips gegeven over hoe zij het beste Engels kunnen studeren. Na de les dronken we koffie in de school en vervolgens keerde ik terug naar mijn youthhostel.
De dinsdag die volgde heb ik een Engelse les bijgewoond in de school. De Engelse docent was zelf behoolijk slecht in Engels (zoals de meeste Chinesen) en ik moest hem continu corrigeren. Als hij de studenten een nieuw woord leerde sprak hij het fout uit en het boek dat gebruikt wordt is ronduit waardeloos. Ik herrinner mij een opdracht 'correct the errors in the sentences' en bij elke zin die de docent voor gedaan had, maakte hij alleen maar meer fouten in de zinnen. Maar hoewel de docent waarschijnlijk beter is in Papiamento dan in Engels, had hij veel gevoel voor humor en maakte de lessen erg gezellig. Na de les lunchte ik met de studenten en nam ik afscheid van hen, ik had namelijk gepland die middag naar Dali te vertrekken. Maar eenmaal terug in het hostel besloot ik nog een extra nacht in Lijiang te verblijven en ging daarom de volgende ochtend pas naar Dali. Ik vertrok de dag erna samen met Cherry en de twee Jappanners naar Dali, waar we rond 4 uur 's middags arriveerden.
DALI:
Toen ik in Dali aankwam en ging in-checken bij het guesthouse trof ik Bart-Jeroen ineens aan. Hij is een Nederlandse gast die ik ken vanuit Almaty, Kazachstan. Hij reist per fiets van Turkije naar Indonesie en was toevallig ook in Dali. Hij kwam net aan vanuit Kunming met een aardig Zwitsers koppel en met zn vieren dineerden we daarna. Eenmaal terug in het guesthouse, na het diner, trof ik op het terras voor mijn kamer Cherry aan met een grote groep Jappanners, zij waren druk bezig met het drinken van wijn en ik en Bart-Jeroen werden uitgenodigd om mee te doen. Later kreeg een van de Jappanners ruzie met een vrouw van het personeel, omdat zij door hem niet konden slapen. Hij werd later 'The bad man from Osaka' genoemd door haar, het was hilarisch hen bezig te zien.
De ochtend die volgde heb ik het grootste deel van de dag op het terras in de zon gezeten met Bart-Jeroen, Cherry en een man uit Singapore. Later die dag heb ik nog twee mensen ontmoet die ik al eens eerder onmoet had. Namelijk de Israelier Igor (ik heb 10 dagen met hem in Noordwest China gereisd) en Yosi, een andere Israelier die ik kort in Xiahe gesproken heb. Dali was voor mij min of meer de plaats van de rendez-vous, wat ik erg leuk vond uiteraard.
Het stadje Dali zelf had ik, net als Lijiang, vorig jaar ook al gezien, maar het is een mooie historische plaats en een goede plek om een aantal dagen te blijven plakken. Wat erg typisch is aan Dali zijn de oude vrouwtjes op de straat die drugs verkopen. Zittende op een terras in Dali, geheit dat er hordes vrouwen naar je toe komen met een fotoboekje met ansichtskaarten. En hoewel het op het eerste gezicht lijkt alsof ze je kaarten proberen te verkopen, wordt hun eigenlijke verkoopwaar snel ontmanteld nadat ze je 'smoking ganja, cheapah cheapah' het oor in fluisteren. Waarschijnlijk vanwege de nabijheid van de drugslanden Laos en Myanmar en mede omdat marihuana-planten rondom Dali in het wild groeien, maakt het Dali drugshoofdstad van China. Maar afgezien van het drugsverhaal is Dali en de omgeving van Dali in het bijzonder erg plezierig.
Terug naar het terras: nadat ik dus een hele dag op het terras gehangen heb, druk bezig zijnde met rendez-vous'en, vond ik dat het tijd werd om de dag erna iets nuttigs te gaan doen. Die ochtend vertrok Bart-Jeroen met zijn fiets richting Myanmar, en ik maakte samen met Yosi en Yosh (Nederlander) een fietstocht door de omgeving. Dali is gelegen aan een groot meer genaamd het Erhai Hu, en we fietsten richting het meer op onze goede mountainbikes. Bij het meer aangekomen kwamen we terrecht in een moerassig stuk met jumbo-spinnen in de bomen om ons heen. Even later kwamen we uiteindelijk bij de kust van het schitterende meer aan en er kwam een visser met zijn aalscholvers voorbij varen. We wilden graag de visser met zijn vogels aan het werk zien, dus we riepen hem naar ons toe. Hij nam ons voor 2 euro per persoon mee in zijn boot en op het meer konden we hem zien aalscholver-vissen. Hij had een vogel of 10 en hij stuurt de vogels het water in om vis voor hem te vangen. En omdat de aalscholvers een touwtje om hun nek hebben, kunnen zij de grote vissen niet doorslikken, zodat de visser deze kan vangen. Het is een fascinerende manier van vissen en zeker het hoogtepunt van mijn bezoek aan Dali. Overigens heb ik het aalscholvervissen vorig jaar ook al in Yangshuo gezien, maar in Yangshuo was het gemaakt voor toeristen. Deze man in Dali deed het vissen echt als zijn beroep, wat de beleving veel reƫler maakte.
Nadat we terug aan de kant gezet werden en de visser bedankte, lunchten we in een klein dorp en fietsten we even later terug naar Dali. Op de terugweg konden we overigens de marihuana planten zien, het groeit er overal in het wild. De rest van de middag heb ik een pakketje met post naar Nederland verstuurd. 'S avonds heb ik een film in het guesthouse bekeken en heb ik met Yosh en Yosi gepoold in een bar.
Met Yosh ging ik de middag erna per bus terug naar Kunming, de grootste stad in Yunnan. Yosi bleef in Dali, voor een drie-daags verblijf in een Tai-chi klooster, maar omdat hij ook opweg is naar Laos, heb ik afgesproken hem voor de grens weer te ontmoeten om samen naar Laos te gaan.
KUNMING EN XISHUANGBANNA:
Kunming is de laatste grote stad die ik zou zien voor Phnom Penh in Cambodja (waar ik zon 6 weken na Kunming aan plan te komen) en verder was Kunming de laatste plaats voordat ik echt de tropen in ging. Ik besloot met deze redenatie in het achterhoofd een paar dagen in Kunming te blijven om mij op de jungle's van Zuidoost Azie voor te kunnen bereiden.
Ik kwam aan in Kunming samen met Yosh in de namiddag, hij ging direct per trein verder naar Chengdu. Ik stapte in een taxi en deze bracht mij naar het guesthouse waar ik eerder al een halve dag gebleven was. Aangekomen in het guesthouse zag ik weer een aantal bekende gezichten: de twee Nederlanders Ruud en Gert-Jan, waarmee ik in Lijiang eerder al een tijd gepraat heb, en een Brits koppel dat ik kort in Dali gezien heb. Met hen spendeerde ik de rest van de avond, ik at in het guesthouse en we dronken wat samen.
De volgende dag in Kunming heb ik in het guesthouse rondgehangen met een Fransman die ik daar ontmoette. Zijn naam is Guillaume en hij was ook op weg naar Laos. Die dag heb ik een aantal films gekeken en met Guillaume gepoold. De dag erna heb ik 25 dvd's gekocht, samen voor zon 16 euro. Verder heb ik eindelijk mijn Chinese Yuan om kunnen wisselen in US-Dollars (heb ik nodig voor Laos) en vervolgde ik datgene waar ik de dag ervoor druk mee was: films kijken en poolen. In de avond vertrok ik met Guillaume naar het busstation voor de nachtbus naar Jinghong, een stad niet heel ver van de grens met Laos.
Jinghong is gelegen in het autonome Xishuangbanna, de enige tropische regio van China en het gebied voelt daarom meer Zuidoost-Aziatisch dan Chinees. Het tropische merkten we al direct toen we aankwamen in Jinghong, we arriveerden om 7 uur 's ochtends, maar het was toen al zwetend warm. Binnen een half uur na aankomst vonden we een guesthouse met bamboe-hutten en bananenbomen, waar we voor een euro per nacht verbleven. Toen we vervolgens ontbeten liepen we Yosi weer tegen het lijf (de Israelier die ook op weg is naar Laos) en we brachten hem naar het bamboo-guesthouse. De rest van de dag hebben we met zijn drieen door de stad gelopen, waar ik voor het eerst de machtige Mekong-rivier gezien heb. Vanaf Jinghong zou ik de Mekong gaan volgen totaan Phnom Penh (Cambodja), dus het was wel bijzonder om de rivier voor het eerst te zien.
De stad voelt zoals gezegt heel anders dan China, de straatnamen staan op de verkeersborden in het Zuidoost-Aziatische Dai-schrift aangegeven (naast het Chinees), mensen zien er kleurrijker uit en de straten van Jinghong zijn aangelegd tussen rijen palmbomen. De sfeer is goed in Jinghong, wat het een plezierige plaats maakte om voor een dag te stoppen.
De dag die volgde gingen we richting de grens met Laos, we vertrokken met de vroegste bus naar het stadje Mengla, op een uur van de grens. De busrit was door de junlge en omdat dit de eerste keer was dat ik jungle gezien heb, maakte dat de rit erg bijzonder. Toen we stopten voor de lunch in een klein dorp kochten we een ananas voor 1Y (0.10euro), deze zouden we later de dag in Laos op gaan eten.
Na de 5 uur durende busrit arriveerden we in Mengla, waar we direct vervoer geregeld hadden naar de grenspost Mohan. De chauffeur die ons in zijn busje naar de grens bracht was behoorlijk slaperig en sloot zijn ogen af en toe voor een aantal seconden terwijl hij aan het rijden was. Dit was nogal beangstigend, maar we kwamen uiteindelijk heelhuids in Mohan aan. In Mohan aangekomen passeerden we de gemakkelijke Chinese grenspost binnen een half uur, wisselden we onze laatste Yuan om in Lao Kip en liepen we twee kilometer met onze tassen door het niemandsland naar het land waar ik mij op dit moment bevindt: the Lao People's Democratic Republic.
Zoals gezegd eindigde ik de vorige email in Chongqing, ik nam vanuit daar een bus naar de stad Guiyang, gelegen in de provincie Guizhou. Na een busrit van ruim 8 uur kwam ik aan in Guiyang, waar ik direct een busticket kocht naar Kaili, waar ik zo'n drie uur later arriveerde. In Kaili aangekomen ging ik op zoek naar een goedkoop hotel, wat ik na een minuut of tien gevonden had. Kaili is een redelijk grote plaats in het Zuidoosten van de provincie. De regio wordt vooral bewoond door kleurrijke minderheidsvolken, de Miao, de Gaija en de Dong, en dat is in de straten van Kaili ook goed te merken. Het is een vrij relaxte plaats en ik besloot om er de volgende dag te blijven. Die dag heb ik niet veel gedaan, ik ben wat door het stadje wezen dwalen en 's avonds heb ik met een Chinese gast whiskey gedronken in een foute disco (veel prostituees). De dag erna besloot ik naar een Miao-dorp te gaan genaamd Chong'an. Ik vertrok vanuit Kaili rond 12 uur 's middags en toen ik tegen half vier in Chong'an aangekomen was vond ik een klein guesthouse. Ik was de enige gast daar, maar de oude Chinese eigenares was erg vriendelijk en gaf mij wat tips voor wandeltochten in de omgeving. In de namiddag liep ik wat rond in het dorp wat gelegen is aan een schone rivier, omgeven door groene heuvels. De huizen in het dorp zijn in traditioneel Chinese stijl en de omgeving is schitterend. De straten zijn erg modderig en overal lopen beesten, de inwoners zijn vriendelijk maar ook vrij gereserveerd.
De volgende ochtend maakte ik de wandeltocht naar het Gaija-dorp Xin Zhal, wat de vrouw in het guesthouse mij aanbevolen had. De tocht was over een modderig pad de heuvels in. Langs rijstterrassen en dichtbegroeide, groene heuvels met houten huisjes verstopt in de begroeiing. Ik zag de Gaija mensen in de rijstvelden en met hun buffels aan het werk en ik werd een aantal keer opgehouden omdat er buffels over het pad liepen. Na een uur gelopen te hebben kwam ik een groep Gaija mannen tegen, ook opweg naar Xin Zhal, en met hen liep ik verder naar het dorp. Daar aangekomen werd ik door deze mensen uitgenodigd voor lunch en ze begonnen direct met het inschenken van baijo (zeer sterke Chinese drank). Omdat ik ook nog naar beneden moest lopen over de slibberige modderpaden en dat graag in nuchtere staat wou doen, bleef ik niet heel lang bij de dorpelingen en maakte mijn weg naar beneden. Eenmaal terug in Chong'an ging ik per bus terug naar Kaili, waar ik tegen de avond aankwam. Terug in het hotel ontmoette ik een Zwitserse vrouw, de eerste westerling die ik sinds Xiahe gezien heb en de rest van de avond heb ik met haar gepraat. Zij had net als ik al weken geen westerling gezien, dus het was fijn om na al die tijd eens met iemand te kunnen communiceren.
De volgende dag ging zij naar een dorp ergens ten zuiden van Kaili, ik ging per bus naar de stad Guiyang. Die dag was het overigens de 31ste oktober (mijn verjaardag), maar ik heb het niet echt gevierd, ik heb die dag drie uur in de bus gezeten en sliep die avond daarom redelijk vroeg. De volgende dag had ik een ticket voor de nachttrein naar Kunming gekocht en totdat mijn trein vertrok heb ik door de Chinese miljoenenstad gelopen. Hoewel de Chinesen Guiyang een provinciestadje noemen, is het een enorme stad met ruim 2 miljoen inwoners. Guiyang is echter niet veel anders dan andere Chinese steden en net zoals in andere Chinese steden is er niet veel bijzonders te zien.
Die avond vertrok ik dus per nachttrein naar Kunming, de hoofdstad van Yunnan. Aangekomen in Kunming kocht ik een ticket voor de nachtbus naar Lijiang en ik moest toen nog een half etmaal op mijn bus wachten. Ik besloot naar een hostel te gaan waarvan ik eerder een folder gevonden had en daar heb ik met wat andere westerlingen gepraat en koffie gedronken. Later die middag ging ik met een Britse naar een boekwinkel, waar ik een reisgids voor Cambodja gekocht heb. Tegen achten nam ik een taxi naar het busstation voor de nachtbus naar Lijiang.
LIJIANG:
De volgende ochtend kwam ik vroeg aan in Lijiang en even later vond ik een Youthhostel in het oude stadscentrum. Vorig jaar was ik ook in Lijiang geweest, en ik heb contact gehouden met een groep Chinese schoolmeisjes die Engels studeren, het meisje dat ik van vorig jaar kende heet Brooke (Engelse naam, haar Chinese naam ben ik vergeten). Die middag had ik haar opgebeld en even later ontmoette ik hen in de binnenstad. Ze lieten mij hun school zien, een vrij groot complex met saaie witte gebouwen, sportvelden en accomodatie voor de studenten. Later lunchten we in een stadspark en liepen we wat door Lijiang.
Lijiang is heel erg toeristisch, met vooral veel Chinese tourgroepen. De reden dat het stadje zo toeristisch is, is vanwege de historische gebouwen en de smalle steegjes die de gebouwen van elkaar scheiden. Het is origineel een Naxi-stadje, de Naxi is een minderheidsvolk met eigen kleurrijke klederdracht. Hoewel het zo ontzettend toeristisch is, en soms voelt als een Chinese kermis, is Lijiang een fijne plek om een aantal dagen te blijven.
De tweede dag dat ik in Lijiang was, was het de verjaardag van Brooke. Ik werd uitgenodigd om met haar en wat vriendinnen naar een toeristisch Naxidorp te gaan om daar wat rondtehangen en te lunchen. Het dorp is net als Lijiang overstroomt met Chinese toeristen, maar ondanks dat was het een fijne middag. 'S middags heb ik zelf wat door Lijiang gelopen en geinternet, 's avonds was het verjaardagsfeestje. Ik werd uitgenodigd om naar de bar van Brooke's oom te komen, waar ik een enorme groep Chinese tieners aan een grote tafel aantrof. We vierden de verjaardag met taart, snacks en Dali-beer. Het was erg leuk om met al deze Chinesen te praten en na die avond kende ik bijna al Brookes klasgenoten.
De volgende dag heb ik niet veel gedaan, ik heb wat gerelaxed in het guesthouse en mijn kleding gewassen. 'S avonds heb ik met een Chinees/Canedese jongen gegeten en later dronken we wat.
De dag erna heb ik wat gelezen in het hostel en wat gehangen met Cherry, een Chinese toerist uit Guiyang, en een groep Jappanners. Die avond ben ik terug naar de school gegaan voor een avondklas. Ik heb de studenten daar geholpen met hun Engels en tips gegeven over hoe zij het beste Engels kunnen studeren. Na de les dronken we koffie in de school en vervolgens keerde ik terug naar mijn youthhostel.
De dinsdag die volgde heb ik een Engelse les bijgewoond in de school. De Engelse docent was zelf behoolijk slecht in Engels (zoals de meeste Chinesen) en ik moest hem continu corrigeren. Als hij de studenten een nieuw woord leerde sprak hij het fout uit en het boek dat gebruikt wordt is ronduit waardeloos. Ik herrinner mij een opdracht 'correct the errors in the sentences' en bij elke zin die de docent voor gedaan had, maakte hij alleen maar meer fouten in de zinnen. Maar hoewel de docent waarschijnlijk beter is in Papiamento dan in Engels, had hij veel gevoel voor humor en maakte de lessen erg gezellig. Na de les lunchte ik met de studenten en nam ik afscheid van hen, ik had namelijk gepland die middag naar Dali te vertrekken. Maar eenmaal terug in het hostel besloot ik nog een extra nacht in Lijiang te verblijven en ging daarom de volgende ochtend pas naar Dali. Ik vertrok de dag erna samen met Cherry en de twee Jappanners naar Dali, waar we rond 4 uur 's middags arriveerden.
DALI:
Toen ik in Dali aankwam en ging in-checken bij het guesthouse trof ik Bart-Jeroen ineens aan. Hij is een Nederlandse gast die ik ken vanuit Almaty, Kazachstan. Hij reist per fiets van Turkije naar Indonesie en was toevallig ook in Dali. Hij kwam net aan vanuit Kunming met een aardig Zwitsers koppel en met zn vieren dineerden we daarna. Eenmaal terug in het guesthouse, na het diner, trof ik op het terras voor mijn kamer Cherry aan met een grote groep Jappanners, zij waren druk bezig met het drinken van wijn en ik en Bart-Jeroen werden uitgenodigd om mee te doen. Later kreeg een van de Jappanners ruzie met een vrouw van het personeel, omdat zij door hem niet konden slapen. Hij werd later 'The bad man from Osaka' genoemd door haar, het was hilarisch hen bezig te zien.
De ochtend die volgde heb ik het grootste deel van de dag op het terras in de zon gezeten met Bart-Jeroen, Cherry en een man uit Singapore. Later die dag heb ik nog twee mensen ontmoet die ik al eens eerder onmoet had. Namelijk de Israelier Igor (ik heb 10 dagen met hem in Noordwest China gereisd) en Yosi, een andere Israelier die ik kort in Xiahe gesproken heb. Dali was voor mij min of meer de plaats van de rendez-vous, wat ik erg leuk vond uiteraard.
Het stadje Dali zelf had ik, net als Lijiang, vorig jaar ook al gezien, maar het is een mooie historische plaats en een goede plek om een aantal dagen te blijven plakken. Wat erg typisch is aan Dali zijn de oude vrouwtjes op de straat die drugs verkopen. Zittende op een terras in Dali, geheit dat er hordes vrouwen naar je toe komen met een fotoboekje met ansichtskaarten. En hoewel het op het eerste gezicht lijkt alsof ze je kaarten proberen te verkopen, wordt hun eigenlijke verkoopwaar snel ontmanteld nadat ze je 'smoking ganja, cheapah cheapah' het oor in fluisteren. Waarschijnlijk vanwege de nabijheid van de drugslanden Laos en Myanmar en mede omdat marihuana-planten rondom Dali in het wild groeien, maakt het Dali drugshoofdstad van China. Maar afgezien van het drugsverhaal is Dali en de omgeving van Dali in het bijzonder erg plezierig.
Terug naar het terras: nadat ik dus een hele dag op het terras gehangen heb, druk bezig zijnde met rendez-vous'en, vond ik dat het tijd werd om de dag erna iets nuttigs te gaan doen. Die ochtend vertrok Bart-Jeroen met zijn fiets richting Myanmar, en ik maakte samen met Yosi en Yosh (Nederlander) een fietstocht door de omgeving. Dali is gelegen aan een groot meer genaamd het Erhai Hu, en we fietsten richting het meer op onze goede mountainbikes. Bij het meer aangekomen kwamen we terrecht in een moerassig stuk met jumbo-spinnen in de bomen om ons heen. Even later kwamen we uiteindelijk bij de kust van het schitterende meer aan en er kwam een visser met zijn aalscholvers voorbij varen. We wilden graag de visser met zijn vogels aan het werk zien, dus we riepen hem naar ons toe. Hij nam ons voor 2 euro per persoon mee in zijn boot en op het meer konden we hem zien aalscholver-vissen. Hij had een vogel of 10 en hij stuurt de vogels het water in om vis voor hem te vangen. En omdat de aalscholvers een touwtje om hun nek hebben, kunnen zij de grote vissen niet doorslikken, zodat de visser deze kan vangen. Het is een fascinerende manier van vissen en zeker het hoogtepunt van mijn bezoek aan Dali. Overigens heb ik het aalscholvervissen vorig jaar ook al in Yangshuo gezien, maar in Yangshuo was het gemaakt voor toeristen. Deze man in Dali deed het vissen echt als zijn beroep, wat de beleving veel reƫler maakte.
Nadat we terug aan de kant gezet werden en de visser bedankte, lunchten we in een klein dorp en fietsten we even later terug naar Dali. Op de terugweg konden we overigens de marihuana planten zien, het groeit er overal in het wild. De rest van de middag heb ik een pakketje met post naar Nederland verstuurd. 'S avonds heb ik een film in het guesthouse bekeken en heb ik met Yosh en Yosi gepoold in een bar.
Met Yosh ging ik de middag erna per bus terug naar Kunming, de grootste stad in Yunnan. Yosi bleef in Dali, voor een drie-daags verblijf in een Tai-chi klooster, maar omdat hij ook opweg is naar Laos, heb ik afgesproken hem voor de grens weer te ontmoeten om samen naar Laos te gaan.
KUNMING EN XISHUANGBANNA:
Kunming is de laatste grote stad die ik zou zien voor Phnom Penh in Cambodja (waar ik zon 6 weken na Kunming aan plan te komen) en verder was Kunming de laatste plaats voordat ik echt de tropen in ging. Ik besloot met deze redenatie in het achterhoofd een paar dagen in Kunming te blijven om mij op de jungle's van Zuidoost Azie voor te kunnen bereiden.
Ik kwam aan in Kunming samen met Yosh in de namiddag, hij ging direct per trein verder naar Chengdu. Ik stapte in een taxi en deze bracht mij naar het guesthouse waar ik eerder al een halve dag gebleven was. Aangekomen in het guesthouse zag ik weer een aantal bekende gezichten: de twee Nederlanders Ruud en Gert-Jan, waarmee ik in Lijiang eerder al een tijd gepraat heb, en een Brits koppel dat ik kort in Dali gezien heb. Met hen spendeerde ik de rest van de avond, ik at in het guesthouse en we dronken wat samen.
De volgende dag in Kunming heb ik in het guesthouse rondgehangen met een Fransman die ik daar ontmoette. Zijn naam is Guillaume en hij was ook op weg naar Laos. Die dag heb ik een aantal films gekeken en met Guillaume gepoold. De dag erna heb ik 25 dvd's gekocht, samen voor zon 16 euro. Verder heb ik eindelijk mijn Chinese Yuan om kunnen wisselen in US-Dollars (heb ik nodig voor Laos) en vervolgde ik datgene waar ik de dag ervoor druk mee was: films kijken en poolen. In de avond vertrok ik met Guillaume naar het busstation voor de nachtbus naar Jinghong, een stad niet heel ver van de grens met Laos.
Jinghong is gelegen in het autonome Xishuangbanna, de enige tropische regio van China en het gebied voelt daarom meer Zuidoost-Aziatisch dan Chinees. Het tropische merkten we al direct toen we aankwamen in Jinghong, we arriveerden om 7 uur 's ochtends, maar het was toen al zwetend warm. Binnen een half uur na aankomst vonden we een guesthouse met bamboe-hutten en bananenbomen, waar we voor een euro per nacht verbleven. Toen we vervolgens ontbeten liepen we Yosi weer tegen het lijf (de Israelier die ook op weg is naar Laos) en we brachten hem naar het bamboo-guesthouse. De rest van de dag hebben we met zijn drieen door de stad gelopen, waar ik voor het eerst de machtige Mekong-rivier gezien heb. Vanaf Jinghong zou ik de Mekong gaan volgen totaan Phnom Penh (Cambodja), dus het was wel bijzonder om de rivier voor het eerst te zien.
De stad voelt zoals gezegt heel anders dan China, de straatnamen staan op de verkeersborden in het Zuidoost-Aziatische Dai-schrift aangegeven (naast het Chinees), mensen zien er kleurrijker uit en de straten van Jinghong zijn aangelegd tussen rijen palmbomen. De sfeer is goed in Jinghong, wat het een plezierige plaats maakte om voor een dag te stoppen.
De dag die volgde gingen we richting de grens met Laos, we vertrokken met de vroegste bus naar het stadje Mengla, op een uur van de grens. De busrit was door de junlge en omdat dit de eerste keer was dat ik jungle gezien heb, maakte dat de rit erg bijzonder. Toen we stopten voor de lunch in een klein dorp kochten we een ananas voor 1Y (0.10euro), deze zouden we later de dag in Laos op gaan eten.
Na de 5 uur durende busrit arriveerden we in Mengla, waar we direct vervoer geregeld hadden naar de grenspost Mohan. De chauffeur die ons in zijn busje naar de grens bracht was behoorlijk slaperig en sloot zijn ogen af en toe voor een aantal seconden terwijl hij aan het rijden was. Dit was nogal beangstigend, maar we kwamen uiteindelijk heelhuids in Mohan aan. In Mohan aangekomen passeerden we de gemakkelijke Chinese grenspost binnen een half uur, wisselden we onze laatste Yuan om in Lao Kip en liepen we twee kilometer met onze tassen door het niemandsland naar het land waar ik mij op dit moment bevindt: the Lao People's Democratic Republic.